WOLFHEZE – Tassen zijn een gebruiksartikel. Daarmee durven Nederlanders zichzelf eerder een accent te geven dan met een hoed, zegt tassenontwerpster Heleen van der Meer (45) uit Wolfheze.
Nederland is geen hoedenland, wel een tassenland, ondervond Van der Meer. Al tijdens haar opleiding aan de afdeling Modevormgeving van de Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ in Arnhem ontwierp ze hoofddeksels, mutsen en petten, die ze via hoedenzaak Capello in Nijmegen verkocht. “Toen ik een keer een serie tassen maakte, merkte ik dat het meteen liep.”
Daarom switchte Van der Meer van hoeden naar tassen. Na haar studie (1990) volgde ze de opleiding Lederwaren in Den Bosch. “Op die opleiding, nu in Nieuwegein, leer je het ambachtelijke werken met leer.”
De tassen die Heleen van der Meer ontwerpt zijn altijd van leer. Al zie je dat soms niet op het eerste gezicht. Bijvoorbeeld door op het leer geschilderde strepen of het gebruik van hele zachte soorten leer. De ontwerpen zijn draagbaar, praktisch en staan bekend om hun kleuren. De ontwerpster kiest graag onverwachte kleurcombinaties en houdt van kleurrijke details. Kenners spreken vaak van een ‘echte Heleen van der Meer’.
Het atelier van de tassenmaakster staat op het terrein van De Gelderse Roos in Wolfheze, diep weggedoken in het groen. Ze woonde als student onder meer in de Arnhemse wijk Klarendal en keert daar in september terug met een atelier annex winkel en woning aan de Klarendalseweg. “De tijd hier, vanaf 1999, is wel goed geweest voor mijn eigen ontwikkeling. Je kunt je hier goed concentreren. Er zijn tassen genoeg te koop. Die van jou moeten er wel uitspringen.”
Toch verheugt Heleen van der Meer zich op haar verhuizing naar het Modekwartier Klarendal. “Daar ben je zichtbaar. In een stad als Arnhem kunnen mensen je makkelijker vinden als ze toch aan het winkelen zijn.” De tassenontwerpster kijkt tevens uit naar de samenwerking met andere ontwerpers en de aangekondigde komst van een monsteratelier in de wijk. “Dan kan ik onderdelen van mijn tassen uitbesteden.”
Van der Meer, Friese van geboorte, wist al snel dat ze haar eigen bedrijf wilde. “Werken voor een baas is niks voor mij. Daarvoor heb ik veel te veel eigen ideeën.” De ondernemersgenen erfde ze van haar grootouders, die hadden een kapperszaak en een groentezaak. Van der Meers vader was ambtenaar. Hij wilde graag dat ze haar MEAO-diploma haalde, voordat ze naar de kunstacademie ging. ” Hij werkte bij de sociale dienst. Daar begin je als kunstenaar”, zegt Van der Meer met lach.
De ontwerpster verkoopt haar tassen via elf winkels in Nederland, zoals Van Mij in Arnhem, enkele zaken in Duitsland en via haar website. Ze wil dat netwerk verder uitbreiden, in Nederland en Duitsland, maar ook in België.
Van der Meer kan al jaren van haar tassenproductie leven. “In het begin maak je één tas per week, nu zijn dat er gemiddeld dertig.” Het belangrijkste is dat je overzicht houdt over ‘wat er in en er uit gaat’, legt Van der Meer uit. ” Natuurlijk moet je ook doorzettingsvermogen hebben en vertrouwen in je eigen product, maar het kunnen organiseren van alles is heel belangrijk.”
Bron: De Gelderlander